Reportage

De tweede deelname aan deze Cross du Mont Blanc werd wederom een belevenis voor mij persoonlijk. Ik was volledig hersteld van mijn achillespees blessure en dit was de eerste grote krachtproef na het herstel. Met 39 lopers gingen we op donderdagavond vanaf de parkeerplaats bij de twee kruiken bij het DSM complex in Geleen richting Chamonix. Voordat wij met de bus op de A2 richting Maastricht gingen, sliep Huub Bisscheroux al en hij werd af en toe wakker, als we ergens op een parkeerplaats stopten. Hij was naar mijn mening zowat de enige, die op vrijdagochtend uitgeslapen uit de bus stapte. Ikzelf had geen oog dichtgedaan en dook meteen het bed in, om een paar uur te slapen. Na de middag ondergingen wij nog een lichte training over het parcours van de Cross rond Argentière, zodat we enigszins konden wennen aan het toch iets hogere gebergte en de bospaden. Rien Alfenaar zorgde ervoor, dat dit op een verantwoorde wijze gebeurde en dat er geen wedstrijd van de training werd gemaakt. Na een heerlijke douche gingen we eten bij Luigi, de plaatselijke Italiaan met een raceverleden.

Voordat we op zaterdag de rugnummers gingen ophalen, gingen we naar Chamonix. Met Andre Adams en de andere kamergenoot Jos Stoffels liepen we langs de ijskoude rivier. Het was warm, maar het koude rivierwater koelde ons behoorlijk af. In het zwembad was het alom luieren en wat spetteren in het water, maar we wilden vooral niet moe worden door intensief baantjes te gaan zwemmen, met uitzondering van Hans van Huissteden, die als triatleet wel dacht, dat hij deze inspanning moest leveren. Na dit zwempartijtje gingen we naar de Aiguille du Midi via een kabelbaan. Boven de 4000 meter kon je volop genieten van de vergezichten. Het gaf ook een duidelijk beeld van de finish van de Cross op Plan Praz. Je kon op een gegeven moment ook zien, dat de lucht zich ging betrekken. We besloten dan ook met de eerste beschikbare kabelbaan weer naar beneden te gaan. De mensen in de kabelbaan na ons moesten een half uur halverwege de afdaling al schommelend blijven hangen door het snel opgekomen onweer. Na deze bizarre tocht mochten we het rugnummer afhalen en werden we weer geconfronteerd met de directeur van DSM-France, een van de hoofd-sponsoren van de Cross, maar ook van de DSM-ploeg. Uiteraard volgde daarna een goede pasta-maaltijd en doken we op tijd het nest in, want op zondag was de wedstrijd en iedereen wilde weer volledig uitgerust aan de start verschijnen.

In alle vroegte werden we weer uit het bed getrommeld en konden we het karige ontbijt nuttigen in ons hotel in Arnetière, begeleid door operetteklanken en geserveerd door een supersnelle dame op leeftijd, die als een razende reporter de croissants, jam, koffie en thee kwam opdienen. Na het nuttigen van het aangeboden ontbijt en de door ons zelf meegenomen supplementen gingen we met de bus naar Chamonix, waar de start zou plaatsvinden.

Eerst vanaf de markt een inloop-traject door het centrum en nadat de brandslangen geen water meer uitstraalden, liepen we de echte wedstrijd richting Argentière. Als een speer ging Ed Homminga met de snelsten mee. Ondanks, dat iedereen gewaarschuwd was, ging hij als een bezetene van start en kwam zichzelf al tegen, voordat hij Argentière had bereikt. Ikzelf had me voorgenomen rustig van start te gaan en gedurende de loop van de wedstrijd te kijken of ik nog een tandje kon bijzetten. Voor Argentière kwam ik Ed inderdaad al tegen en hij zag er niet echt fris uit. Ik probeerde mijn been te sparen, waar ik afgelopen jaar de achillespees-blessure had gehad en dat brak me na 18 kilometer behoorlijk op. Ik kreeg namelijk in het andere been kramp en moest mij laten masseren. Ik was wel Willy Dolmans gepasseerd, maar dat kwam niet door zijn mindere lopen, maar door zijn hoogtevrees. Op de smalle bergpaden keek je over sommige stroken vele honderden meters naar beneden en dat was niets voor Willy. Hij klemde zich met handen en lichaam vast aan de steile wand en kroop zo meter voor meter vooruit, totdat er. geen afgrond meer te bespeuren viel aan de andere kant van het pad. Naast de toppers, zoals Peter Odrossly, die een geweldige prestatie leverde ondanks het feit, dat men hem in een verkeerde richting had gedirigeerd, Zef Budzijn en mijn kamergenoot Andre Adams, was er nog een snelheidsduivel, die echter meteen aangaf nooit meer mee te lopen met deze Cross, Pie Herben was zijn naam. De andere kamergenoot Jos Stoffels kwam op 2:28 binnen, ook voor hem een puike prestatie. Na mij kwam onder andere Hans van Huissteden binnen. Als oud prof-voetballer had ik meer van hem verwacht, maar achteraf bleek, dat hij onderweg nog hier en daar de camera ter hand had genomen. Dit leverde naderhand tijdens de video-presentatie leuke beelden op. Kees de Jong was ook zo'n markant figuur. Als 100+ in gewicht was hij absoluut ongeschikt voor een dergelijke krachtsinspanning, maar toch hij haalde de finish en wel in in 3:07. Als een van de laatsten kwam Ed Homminga over de finish, compleet uitgeput, maar toch de finish gehaald. In het hotel namen we een welverdiend bad, dat niet voor iedereen even warm was, omdat de boiler niet berekend was op een dergelijk aantal synchrone badgebruikers. De helft kon zich dus in koud water afspoelen of wachten, totdat de boiler het water weer had opgewarmd.

Ondanks, dat de belangstelling van de pers minder was, dan tijdens de voorgaande editie, waren de prestaties beter te noemen. Naast de persoonlijke prestatie van Peter met een tijd van 1:58 en een 24e plek, was er ook nog een derde plaats weggelegd voor de DSM-ploeg. Voor ons een reden, om die avond na een evaluatie nog eens lekker door te zakken in de pub aan de overkant van het hotel in Argentière. Dat laatste zou overigens een traditie worden.

RapidWeaver Icon

Where Media Comes Alive!