Reportage

Op zaterdag 27 juni zou de hele DSM-ploeg nogmaals de klassieke testrun lopen van Hoogcruts via de Belgische kant naar het Drielandenpunt in Vaals. Zo ongeveer de voltallige groep vertrok rond 9:00 uur in de ochtend richting Vaals. Onder leiding van Rien Alfenaar liepen we gezamenlijk de ene heuvel na de andere heuvel op en af door het prachtige Limburgse landschap via een gedeelte van de Mergellandroute. Vanaf kasteel Vaalsbroek bogen we af richting Belgische grens naar Gemmenich. Voordat we het dorp inkwamen, liepen we richting Drielandenpunt, dus vanaf de Belgische kant. Boven op het Drielandenpunt was het duidelijk, dat iedereen er klaar voor was.

De afgelopen periode had de ploeg dus weer als een bezetene getraind in Sweikhuizen onder de bezielende leiding van Rien Alfenaar. Dit was binnen DSM niet geheel anoniem gebleven. Een foto van de loopgroep werd namelijk gepubliceerd in het Jaarverslag over 1991 van DSM en dat was voor de groep een feit om trots op te zijn.

Daarnaast had de groep weer wekelijks op zaterdag getraind vanaf de Chinees in Hulsberg door het zuiden van de provincie. Elke week weer een andere route over zowat elke heuvel, die ook tijdens de Amstel Goldrace werd beklommen en nog veel meer.

Met de wetenschap, dat er voldoende trainingskilometers gemaakt waren vertrok de groep op 2 juli vanaf de drie kruiken in Geleen richting Chamonix. Zoals elk jaar werden we uitgewuifd door vele familieleden en kennissen.

De volgende ochtend na een slopende reis door de nacht over de Franse autowegen kwamen we weer in alle vroegte aan in Argentière aan, waarna we zo snel mogelijk het bed in doken, om de gemiste nachtrust in te halen. Zoals gebruikelijk namen we ook dit jaar onze intrek in hotel de la Couronne, waar de oude Heer des hotels zoals altijd overvriendelijk en in alle rust probeerde ons van dienst te zijn.

Na de middag werd zo langzamerhand iedereen wakker. Samen met Hub Frencken ging ik een wandeling maken, bergop langs een smal kabbelend bergriviertje. We praatten veel en genoten volop van de natuur. We hadden ook wat fris in blik meegenomen en dat dompelden we een aantal minuten in het bergstroompje, waarna we konden genieten van een heerlijk blik fris. Na een hele poos wandelen belandden we voor een gletsjer. Een prachtig uitzicht was onze beloning voor deze pittige bergtocht. Nadat we enigszins uitgerust waren van het klimwerk en de toch wel ijlere lucht, liepen we weer terug richting hotel in Argentière. We waren nog net op tijd voor  een rustige middagtraining over een gedeelte van het parcours van de Cross. Dit ging echt in een gezapig tempo met veel rek en strek-werk tussendoor en uiteraard genieten van de schitterende natuur.

Na een verkwikkend bad brachten we een bezoek aan de plaatselijke pizza-boer. Ook dit was een jaarlijks terugkerend ritueel voor de DSM ploeg. Naast de gebruikelijke pizza’s waren er de overheerlijke pasta-maaltijden en de diverse salades, dit alles met veel liefde klaargemaakt door de racekok Luigi. De meesten waren na zo’n slopende nacht en dag toe aan bedrust en anderen brachten nog een bezoek aan de pub, aan de overkant van ons hotel.

Op zaterdag gingen we in alle vroegte richting Chamonix om van daar uit met de trein naar een  gletsjer te rijden. Onder de kolossale ijsmassa had men een ijsgrot gemaakt, waarin ijssculpturen waren gemaakt en dat gaf een koele en kunstzinnige aanblik. Geleidelijk aan werd het daarboven op de gletsjer mistig en koud en we besloten gezamenlijk weer naar Chamonix terug te keren. Het was inmiddels tijd, om het startnummer op te halen bij het Casino, waarna de bordes-scène en de jaarlijkse presentatie van het team aan de directeur van DSM France plaatsvond.

Om 9 uur viel het officiële startschot voor de 23,3 kilometer richting Plan Praz op 2035 meter hoogte. De wedstrijd was zwaar zoals gewoonlijk en het liep niet zo makkelijk als het jaar ervoor, maar ja het kan niet altijd feest zijn. Al met al voor mij een goede eindtijd: 2:32:08.

Van de DSM-ers was Jo Schoonbroodt het snelste met 2:16, daarna Peter Odrossly met 2:21 en in dezelfde minuut Maurice Eberson. Van mijn naaste concurrenten was Jac Tillie met 2:30 de snelste, op een minuut gevolgd door Wil Hoonings. Vlak achter mij op 2:33 kwam Hub Frencken over de meet. Hij was hiermee in de prijzen gevallen in zijn categorie en dat was weer een leuke opsteker voor de hele ploeg. Op 2:34 kwam Jac Eberson binnen. Sinds hij met ons in de bus was vertrokken vanaf Geleen, was hij aan iedereen aan het vragen met welke tijd je in de prijzen zou vallen. Met deze tijd dus absoluut niet, waaruit bleek, dat hier toch heel andere wetten golden als op een vlakke wedstrijd. Rien Alfenaar kwam op 2:45 binnen en de tijd van 2:54 voor Lou Slangen was goed voor een prijs bij de veteranen 2.

In de Irish Pub tegenover het hotel werd die avond nog volop geëvalueerd, waarna het tekort aan vocht rijkelijk werd aangevuld. Het was weer een geslaagd weekend in Chamonix.

RapidWeaver Icon

Where Media Comes Alive!