Reportage

Voor de zevende keer deed ik mee met de DSM-ploeg aan de Cross du Mont Blanc, een wedstrijd oer 23,3 kilometer in de Franse Alpen. Frans Wagemans had dit jaar de training overgenomen van Rien Alfenaar. Frans had al eens een top 10 notering in deze wedstrijd gelopen en zijn trainingsaanpak sprak mij erg aan. Het was ook een jaar, dat ik bijzonder gemotiveerd ging trainen aan de hand van een schema, dat Frans mij had gegeven. Het schema bestond uit veel klimwerk en ondanks een verbouwing thuis, vond ik telkens weer de tijd om dit schema af te werken. Ik was zelfs zo fanatiek, dat ik op een gegeven moment zelfs op zaterdagmorgen voor 8 uur in Sweikhuizen aan de training begon, omdat ik de rest van de zaterdag met bouwactiviteiten bezig zou zijn.

Deze ijzersterke discipline gaf mij een vurig verlangen, om van deze wedstrijd een topwedstrijd te maken, om deze wedstrijd als een hoogtepunt in mijn loopcarrière te bestempelen. Zoals gewoonlijk gingen we op donderdagavond richting Chamonix. Na een verschrikkelijke slapeloze nachtelijke rit kwamen we al in alle vroegte aan bij het hotel Coronne in Argentière. Nadat Simon en Leny de kamerindeling had bekend gemaakt, doken we voor enkele uren onder de wol.

Even na de middag kwamen we weer geradbraakt onder de dekens vandaan, waarna we na een lunch als zombies wat door het dorp liepen. Rond een uur of vier ging de hele ploeg een korte training afwerken, om zo al langzaam te wennen aan de ijlere lucht en de bergpaadjes.

Na de gebruikelijke rituelen rond deze wedstrijd, stonden we op zondagmorgen aan de start met zijn allen. Ik voelde mij als nooit tevoren, maar liep toch niet al te vlot van stapel. Desondanks passeerde ik op ongeveer 10 kilometer wedstrijd Jo Schoonbrood, iets wat ik voor de wedstrijd voor onmogelijk had gehouden. Hij had echter een behoorlijke inzinking en ik liep de wedstrijd van mijn leven. Zelfs op het zwaarste stuk van het parcours tussen de 16 en 19 kilometer liep ik de kilometer onder de 10 minuten. Alleen na 22 kilometer, daar waar absoluut de zwaarste helling lag, liep ik net boven de 10 minuten.

Aan de finish op Plan Praz bleek ik een toptijd te hebben neergezet. De eindtijd van 2:21:34 was de snelste tijd ooit voor mij en het was goed voor een 174e plek in de eindrangschikking. Alleen Frans Wagemans, Piet Thomassen en Frank Gijskens waren voor mij geëindigd namens de DSM-ploeg.

Drie minuten na mij kwam Jo Schoonbrood over de streep. Hij had zijn dag niet en voelde zich niet helemaal fit. Waarschijnlijk zou het voor mij dan ook de eerste en laatste keer zijn, dat ik voor hem geëindigd was. Karel Trags kwam een minuut later binnen. Mark Heuschen en Peter Steyns hadden nog 2 minuten meer nodig, om over de streep te komen. In 2:36 passeerde Jac Tillie en kamergenoot Huub Frencken kwam in 2:38 over de streep. Ook Ricardo Gijbels had mede door zijn kramp 2:41 nodig, terwijl Rien Alfenaar 2:43 nodig had, om over de streep te komen.  Otto Plantema kwam in 2:44, Wil Hoonings en Kamel Bradai in 2:51, Oda van Oppen en Peter Bakker in 2:53, Simon Blok in 2:56, Lei Muys in 3:00, Gerrie Lammers in 3:07, Leny Paes in 3:17, Ed Homminga in 3:26, oldi Jo Schins in 3:27, oldi Ben Jansen in 3:41 en het zwaargewicht van de ploeg Kees de Jong kwam in de achterste regionen in 3:57 over de streep.

De evaluatie duurde lang die avond en de droogte in ieders kelen werd door halve liters in de Engelse pub tegenover het hotel opgelost. Tevreden keerden we op maandag terg naar de kruiken op het DSM terrein in Geleen.

RapidWeaver Icon

Where Media Comes Alive!